Op reis

Gepubliceerd op 18 juni 2025 om 12:53

Het is alweer een maand geleden dat mijn vader, mijn vriend en ik, vertrokken om er een paar daagjes tussenuit te gaan. We gingen naar Zwitserland, dat was het hoofddoel van onze reis. En het verhaal eromheen, is wellicht wat extra bijzonder vergeleken met wat ik had gedacht toen ik in oktober vorig jaar op het idee kwam om dit in gang te zetten. Het verhaal, ga ik je zo in alle glorie even vertellen, gewoon, omdat het kan. Maar het is gewoon gek, wetende dat deze reis er wellicht ook niet had kunnen zijn, maar dat het er nu toch van kwam. En ook al was het zonder mam, ik denk dat ze vanaf waar ze ook mag zijn, heeft meegekeken. 

Vorig jaar oktober zat ik eens buiten met mam. Ze was een sigaretje aan het roken en kwam met de vraag of ik een cadeau wist voor paps verjaardag, de maand erop. 'Ik wil hem echt iets groots geven, want hij helpt me zoveel in het huishouden nu ik niet lekker ben,'. Mam was al maanden niet zo fit, veel ziek, longontsteking hier, verkoudheid daar. Dus pap nam veel uit handen en daar wilde ze hem voor bedanken. 

Er kwamen verschillende ideeën in ons naar boven. Een keyboard, want pap vindt muziek maken leuk. Een kaartje voor de race in Spa, want hij geniet wel van de F1. Maar nee, ik vond het het allemaal niet. 

'Waarom neem ik pap dan niet mee naar Montreux?' stelde ik voor. En ja, dat was het. Pap zegt al jaren dat hij daarheen wilt, want er staat een standbeeld van Freddie Mercury en er is een Queen-expositie in de oude studio/het huidige casino. En als groot Queen fan, kan een bezoek aan deze stad simpelweg eigenlijk niet ontbreken.

'Regel het maar,' was haar reactie. Mam zou niet mee gaan, want mijn moeder en een autorit langer dan drie uur, tunnels, hoogtes, nee, daar kreeg je mam niet in mee. 

Dus ik stippelde van alles uit. Mijn vriend zou ook meegaan, en dus regelde ik de hotels, bekeek ik hoe we de planning rond konden krijgen en maakte ik wat cryptische puzzels om zo pap te verrassen. 

Ruim een maand lang moesten mam en ik onze mond stilhouden om het een verrassing te houden. Als ze vragen had, vroeg ze hoe het met 'M' was. Zo werkte het wel voor ons, en op 17 november, de dag voor paps verjaardag, konden we hem eindelijk zijn cadeautje geven. 

Mam lag die dag al op de bank, omdat ze zich niet fit voelde, maar ze keek wel aandachtig mee hoe pap de cadeautjes open maakten en begon te puzzelen. 

Ik had wat envelopjes en een cadeau ingepakt, en gaf hem de eerste enveloppe. Er viel een briefje uit, met niks meer dan '15052025/19052025'. Dit waren de datums die we weg zouden gaan (later werd dit 14/05, oeps). Hij keek bewonderd naar het briefje, en snapte er niks van. 

De tweede enveloppe ging open. Ik had een alfabet opgeschreven met tekens eronder. Elke letter had zijn eigen teken en zo had ik drie woorden opgeschreven. Na wat puzzelen en ontrafelen, kwamen daar drie woorden/namen uit: Rolex, Roger Federer en kaasfondue. Typische Zwitserse dingen (of mensen, oké). 

En toen, het cadeau en de laatste enveloppe. Het was Sinterklaastijd, dus had ik chocoladeletters gekocht. Een 'M' van witte chocolade, en een 'N', 'T' en 'R' van melkchocolade. De enveloppe onthulde een brief, waarin geschreven was 'Oh oh, de klinkers zijn al opgegeten! Weet jij het woord te raden? Onthoud dat we van licht naar donker werken, en we sluiten af met een kruis X'. Tja, laat het puzzelen beginnen. De letters werden alle kanten opgeschoven, en pap dacht dat hij een nieuwe monitor zou krijgen. Tja, wel dezelfde letters, maar nee, het was geen nieuwe monitor. 

Na een minuut of tien viel het kwartje. 'Montreux' zei 'ie. En hij keek verwonderd naar ons allemaal. Ik legde hem uit dat we in mei 2025 naar Montreux zouden gaan. Hij, mijn vriend en ik. Hij kon zijn geluk niet op. En met die gedachte gingen we verder, niet wetende dat we een ruime week later opeens een heel ander 'doel' kregen voor deze reis. 

Maar we zouden nog gaan. We besloten zelfs nog een nachtje eraan vast te plakken, of ja, ervoor, zodat we niet in een dag naar Zwitserland moesten rijden. 

Dus ik regelde nog alles wat er te regelen was. Vignetten, hotels, uitjes; ik wilde dit perfect doen. 

En op 14 mei vertrokken we rond een uur of negen. Onze eerste stop was Burg Eltz, een oude burcht (uit 1200!) rond de Moezel. Hier hebben we een rondleiding gehad, wat we in ons beste Duits hebben proberen te verstaan. Erna nog wat rondgelopen door de Schatkamer, waar zelfs spullen lagen die uit 1300 kwamen. En na de weg terug te hebben gewandeld door het bos naar de auto, vervolgden we onze weg naar onze eerste overnachtingsplek: Sipplingen. 

Rond een uur of zeven 's avonds kwamen we dan daar aan. Als je bij ons de grens over gaat, zie je vooral de industrie van Duitsland. Maar man, wat kan Duitsland mooi zijn. Hier, met uitzicht op de Bodensee, dronken we bij een restaurantje een drankje, wandelden we want langs het water en aten we om negen uur 's avonds nog een pizza. En volgens mij doet iedereen dat daar, want iedereen leek er met een pizzadoos te lopen en er waren zelfs aparte afvalbakken, speciaal voor pizzadozen. 

De ochtend erna waren we na een stevig ontbijtje, nog een wandeling langs het water, klaar om de reis te vervolgen. Het plan was om eerst nog naar Grindelwald te gaan, dus de navigatie kreeg dat als bestemming. We gingen richting de grensovergang, kregen de standaard 'What is the purpose of your visit?'-vraag, en daar waren we; Zwitserland. Ik weet nu wel eindelijk waar de 'CH' voor staat als je een Zwitserse auto ziet rijden, "Confederatio Helvetica". Nooit geweten. En nu kan ik zeggen dat ik buiten de EU geweest ben, maar wel in Europa was!

We volgden de navigatie, en toen we eenmaal Bern gepasseerd waren werden de bergen uit het vergezicht in Sipplingen groter. Na elke tunnel was er weer een nieuw uitzicht, en na zo'n drie uur rijden besloten we toch maar even te stoppen. We parkeerden de auto ergens, niet wetende dat het stiekem een prachtige toeristische pleister was, en liepen naar het dorpje wat we zagen. Het was niet met de auto te bereiken, en het was best een wandeling naar beneden. Maar daar kreeg je ook wel een uitzicht voor terug: welkom in Iseltwald. 

Ik vond al dat er veel Aziaten rondliepen, en eenmaal thuis kwamen we erachter dat dit blijkbaar een plek is uit een of andere serie daar. Er is zelfs een pier, ongeveer vijf meter naast de plek waar deze foto hiernaast die je ziet is genomen, waar je vijf Frank moest betalen om door het poortje te mogen. Maar dan mocht je wel op de pier een foto nemen. Slimme marketing wel, want je moet sowieso al met twee man de pier op, wil je überhaupt een leuke foto krijgen die Insta-waardig is. Ka-ching! Maar zeg nou zelf, de foto hiernaast is toch ook prima?

Na deze stop besloten we direct door te rijden naar Montreux. Grindelwald lijkt me nog steeds heel mooi, maar het is en blijft wel een van dé toeristische plekken van Zwitserland, en het uitzicht wat we net al hadden was al een cadeau op zich. 

Dus daar gingen we, nog eens tweeënhalf uur de auto in. Maar eindelijk, na meerdere tussenstops bij tankstations en dorpjes op zoek naar een geldautomaat (met succes), waren we er: Montreux. De riviera van Zwitserland. Want met de palmbomen aan de boulevard en het zijaanzicht alsof je naar Monaco kijkt, zou je zo zeggen dat je aan de Middellandse zee bent. 

We gingen naar het hotel, parkeerden de auto en erna meteen door naar de boulevard. Die avond had ik ergens een reservering gemaakt om te dineren, dus daar hoefden we ons geen zorgen meer over te maken.

We liepen langs het casino naar de boulevard. Het uitzicht naar een dorpje aan de overkant deed je laten denken dat het wel te zwemmen was, maar dan was je toch fijn een kilometer of vier bezig. De Alpen aan onze linkerkant, het kasteel van Chillon ver weg te zien. Wauw.

En toen we even wat aan het drinken waren viel me meteen wat op. Mijn dopje viel op de grond! Wat een genot! En weet je, er lagen geen dopjes op de straat! Geen dopjes, geen flesjes. En nee, er is ook geen statiegeld in la Suisse. Dus ik vraag me toch af, wat het nut ervan is. Het ligt denk ik dan toch aan de mens? Het was er overal zo schoon. Geen rotzooi, en ondanks de rooklucht (want veel mensen roken er), waren de stoepen niet bezaaid met kapotte peuken. 

We liepen verder richting het Freddie Mercury beeld. Pap was hier helemaal in zijn nopjes, en na een stopje bij een souvenirstop (blijven toch toerist hè), gingen we weer naar het hotel. Even tot rust komen, voordat we rond zevenen naar het restaurant liepen.

Aangekomen in het hotel begon ik in mijn beste Frans en kregen we de menukaart. Geloof me wanneer ik je zeg dat je in Zwitserland je bordje wel leeg eet in een restaurant, ook al zit je vol. Arancini, iets waar ik nog nooit had gehoord, was het voorgerecht. €20,-, voor een soort pasta in een krokant jasje. Erna had ik een heerlijke burger (met echte Raclette kaas - iets waar de Zwitserse volgens mij trots op zijn zo vaak dat ik het voorbij zag komen). Maar voor die burger kon ik wel fijn (omgerekend) zo'n €30,- neerleggen (zonder frietjes, nota bene). Een toetje erna, heerlijke huisgemaakte tiramisu, ook zo'n €15,-. En dan houd je het maar op een glaasje cola, want ook dat, kost je zo een Euro'tje of €6. Bij elkaar waren we dus voor een leuke prijs klaar, maar het was wel een beleving. We liepen weer terug, nog even over de boulevard en langs het meer waar we een emotioneel moment hadden omdat we wat as wilden verstrooien en maakten nog wat foto's, voordat we naar het hotel gingen om onze batterij weer op te laden. 

De dag erna hadden we een ontbijtje buiten de deur. Een stevige ochtendwandeling later (want Montreux is alles behalve vlak), gingen we de stad nog even in. We gingen naar The Studio Experience en vooral pap keek hier zijn ogen uit. Het is een gratis bezienswaardigheid, in het huidige casino. Vroeger was dit de studio van Queen, en het is leuk om eens heen te gaan als je er bent. We gingen naar nog wat winkels, liepen nog door het centrum waar we wat standbeelden van bekende jazz-artiesten tegen kwamen. Uiteindelijk besloten we dat we nog even lekker aan het water wilde zitten. Pap ging nog even terug naar de studio, en twee uur later keerde hij pas weer terug, haha. Zo rond een uur of drie besloten we dat we het gezien hadden, gingen we weer naar de auto en werd de navigatie weer ingesteld op de volgende bestemming: Haute-Nendaz.

Zoals je wellicht al denkt; Haute-Nendaz ligt hoog. Heel hoog. Het was maar een uurtje rijden, maar in het laatste kwartier klommen we van 400m boven zeeniveau naar 1300m. Met smalle, onoverzichtelijke wegen op de klim naar boven, sommige wegen met een hellingspercentage van boven de 30%, kwamen we aan bij ons appartement waar we twee nachten zouden verblijven. Eenmaal daar aangekomen, werden we wel getrakteerd op een uitzicht waar je 'u' tegen mag zeggen.

We besloten even naar het centrum te wandelen. Haute-Nendaz is een toeristendorp, waar het in de zomer en de winter een walhalla is voor de sporter. In de zomer voor de fietsers, wandelaars en hikers, in de winter is dit blijkbaar hét skidorp van Zwitserland. En dat was te merken, want nu, in het laagseizoen, was eigenlijk elk restaurant wel dicht of stond het in de steigers. De supermarkten waren gelukkig wel open, en ik snap ook waarom Zwitserland gezien wordt als een gezond land, want als je dat elke dag zou moeten wandelen, zou ik ook een en al spier zijn. 

De ochtend erna liepen we met z'n drietjes een van de wandelingen die Haute-Nendaz te bieden heeft. Een kilometertje of vijf, prima te doen. 140m hoogtemeters maar met mooie uitzichten en goed begaanbare paden. Een opwarmertje voor de middag, want toen besloten mijn vriend en ik een wandeling te maken van ruim 13km, met 450 hoogtemeters. Eenmaal aan het begin van de wandeling, toen we letterlijk de straat nog niet uit waren, vroegen we ons al af of we dit wel moesten doen. En dat was nog 'makkelijk'. Want enkele honderden meters verder gingen we, nadat we door een 'Bisse' liepen, een berg (of heuvel, wat het ook moge zijn) op. En dat was geen asfalt meer. Kiezels, oneffen paden, soms nog wat drassig van de sneeuw die twee weken ervoor tot centimeters hoog was gevallen. 

Heel veel adempauzes later bereikten we bijna het hoogste punt van de wandeling. En daar, door de bomen, zag ik iets. En het leek net alsof ik het nog nooit gezien had, maar man, ik voelde me net weer een kind: sneeuw! We liepen over een nog besneeuwde skipiste heen. Het was glad, glibberig en soms een beetje vallen, maar we vervolgen onze weg en daar waren we, eindelijk hadden we het hoogste punt bereikt wat deze wandeling ons ging brengen. Zie je dat dorpje daar, tussen de bomen? Daar stond het appartementencomplex ergens. We liepen onder de kabelbaan door, en ik denk dat ik hierdoor nooit meer in een kabelbaan ga, want als je ziet hoe zo'n ding gemaakt is, vraag je je toch af of dit verantwoord is, want het ziet er zo uit alsof het kan vallen. Niet dat dat zo makkelijk gaat, maar toch. Na een lang stuk rechtdoor te hebben kunnen lopen, begon de weg naar beneden. Het pad wat we volgen noemde zich 'Sentier des pives', het dennenappelpad. En dat was te merken, want we zijn denk ik wel bijna tien keer uitgegleden over een dennenappel. 

Die avond gingen we uiteten bij een lokaal Italiaans restaurant, een van de weinige tentjes die wel open was. We aten heerlijke pizza's en pasta, en genoten die avond nog volop van het fijne weer en mooie uitzicht. 

De ochtend erna gingen we weer op de terugreis. We hebben in totaal bijna zeven uur moeten rijden, via Frankrijk naar Luxemburg, voor onze laatste overnachting in Berdorf. 

In de avond aten we sushi bij een Japans restaurant en we keken wat we de volgende ochtend zouden gaan doen. Nog geen kilometer van ons hotel was het startpunt van wandelroutes in het Mullerthal, dus besloten we route B2 te wandelen. De volgende ochtend, na een stevig ontbijtje, gingen we dit dan ook doen. Het was prachtig. Je loopt opeens naast een camping en hebt geen idee dat er een pareltje van een natuurgebied verscholen ligt achter dit dorpje. Grote rotsformaties, kleine beekjes, smalle paadjes, trappetjes en nauwe doorgangen zijn verborgen onder het dek van bomen en bladeren. En na deze wandeling, was het tijd om weer naar huis te gaan. We dronken nog een drankje bij het hotel en stapten de auto in voor de laatste kilometers richting huis. 

Wat waren het prachtige dagen. We hebben genoten, gelachen en ook een traan gelaten toen we wat as verstrooiden. We hebben geluk gehad met alles, van het weer, tot dat de auto het goed bleef doen (want bij thuiskomst was er wat kapot).

Deze reis had ik graag willen documenteren voor mam, dat ik haar kon facetimen toen ik met m'n vriend op de berg stond sneeuwballen te gooien. Of dat ik haar even kon laten zien hoe erg pap het naar z'n zin had, want voor hem gingen we dit doen. Maar ik hoop gewoon dat ze er wellicht nog wat van heeft meegekregen. Ik weet niet of er na het leven wat is, maar dat er misschien wel wat kan zijn, daar haal ik wellicht toch nu wat troost uit, hopende dat dit niet het einde is. 

Reactie plaatsen

Reacties

Gerri Vossen
3 maanden geleden

Prachtig verslag, Suniva! Ik weet zeker dat Gert supertrots op jou is, en Jan is dat ook!