Als enig kind zijnde ben je vanzelfsprekend toegewezen op je ouders. Ze zijn je speelmaatjes, en met hen praat je over alles. Hoe je, wanneer je een broer of zus hebt, daar ook wel eens aan kunt kloppen, ben je nu aangewezen op maar twee gezichten; die van je vader en die van je moeder. Dit heb ik nooit erg gevonden, wij kwamen er met z'n drietjes wel, want meer dan dat hadden we niet nodig. Ik werd niet verwend, al is dat vaak het stereotype van een enig kind. Mij werd geleerd om mee te helpen thuis, en tuurlijk, zo nu en dan kreeg ik een cadeautje, maar om te zeggen dat ik verwend was, nee, dat was ik niet. We hadden het nooit heel breed, maar we kwamen prima rond en ik kwam niks tekort. Zelfs wanneer het geldplaatje even tegenzat; ik kreeg er weinig van mee.
Mijn jeugd was goed, en ik heb een hoop herinneringen aan simpele dingen, zoals het knippen van een haarlokje wanneer ik jarig was, of dat mam elk jaar mee hielp met de crea-middag op de basisschool. En aan de vakanties die we vrijwel elke herfstvakantie hadden naar een vakantiepark. De eerste jaren vaak naar Zeeland, naar het huisje van de oom van mijn moeder, en erna naar de welbekende Landal-bungalows.
Het was prima, zo een midweekje weg. En daar genoten we met z'n drietjes uitermate van. Vaste prik was het dan ook om te gaan midgetgolfen, naar een stad te gaan in de buurt, een dierentuin te bezoeken of naar een museum te gaan. Vaak kregen we ontbijt op bed, geserveerd door mama, en dronken we de hele dag uit een wijnglas, want dat was toch net meer 'vakantie'. En de laatste avond gingen we uiteten op het park, waarna ik altijd een toetje kreeg ik zo'n leuke kinderbeker die je mee mocht nemen naar huis.
Toen ik naar de middelbare school ging, waren de vakanties er niet meer. In 2014 zijn we nog naar Parijs geweest, met een vriendin van mij erbij. En dat was de laatste 'vakantie' waar we op zijn geweest.
Maar al deze herinneringen leken zo simpel, en bij sommige had ik al heel lang niet meer stilgestaan. Maar nu ik dit schrijf, zijn deze momenten weer vers als de dag van gisteren, en kan ik me er weel veel meer van terughalen dan enkele maanden geleden.
Ik neem jullie mee terug naar november van afgelopen jaar. Mijn vriend, Eef en ik waren een midweekje naar een Landal parkje, hier niet ver vandaan. Het weekend ervoor hadden we nog mijn vaders verjaardag gevierd, en hem een onvergetelijk cadeau gegeven van mijn moeder en mij: een reis naar Zwitserland, iets wat hij al jaren wilt. Maar mam zat niet aan tafel toen mijn vader de door mij gemaakte raadsels op aan het lossen was, ze lag, met wat zij dacht, de griep, op de bank. Ik weet nog dat ik haar telefoon even na moest kijken omdat Facebook verandert was, en dat ze lichtelijk geïrriteerd was dat het een update was die ik niet terug kon draaien.
Maar mijn moeder was blij dat ze mijn vader zo blij zag met zijn cadeau, iets wat zij en ik al weken aan het plannen waren en zonder enig benul van mijn vader aan het regelen waren. Niet veel later gingen mijn vriend en ik naar huis, de koffers inpakken voor het midweekje weg.
Op maandag heb ik haar nog kort gebeld, omdat Eef een beetje ziek was en ik bang was dat de vakantie niet door kon gaan, en werd ik nog een beetje boos dat ze het afzwakte, terwijl ik het als een wereldramp zag, iets wat enorm onbenullig is nu ik er zo op terugkijk.
Ik hield haar op de hoogte over de vakantie, en vroeg hoe het met haar ging. ''t Gaat,' kreeg ik dan terug. Maar op woensdagochtend stuurde ze me een appje dat ze om 11:30u naar de huisarts kon gaan. Pap ging met haar mee, en ik wachtte de uren erna af naar een appje over hoe het was. Maar dat appje kwam maar niet. Ik had in de familiegroepsapp twee foto's gestuurd van Eef in de sneeuw, maar zelfs mijn vader reageerde daar niet op.
Er ging nog een uur voorbij, zonder enige reactie. De nieuwsgierigheid of bezorgdheid, ik weet niet wat het was, kwam om de hoek kijken en ik ging naar 'Zoek mijn vrienden', en zag dat pap in het ziekenhuis was. Ik dacht nog dat het gewoon voor een foto zou zijn, of om even bloed te laten prikken. Ik zei dit nog tegen mijn vriend, want de situatie maakte me toch nerveus.
Rond een uur of twee werd ik gebeld door mijn vader: 'Ha meid, eh, mam wordt nu opgenomen op de IC.' Dit was niet het bericht wat ik had verwacht. Ik zei meteen dat we naar huis zouden komen, want ook al waren we niet ver van huis, ik wilde alles kunnen laten vallen wanneer ik naar het ziekenhuis moest. We pakten in rap tempo alle spullen in en mijn vriend haalde de auto op de algemene parkeerplaats. Eef vond het heel jammer, want we zouden eigenlijk de dag erna nog gaan zwemmen maar dat ging nu niet meer. En in rakettempo, waren we binnen een klein anderhalf uur nadat pap had gebeld, weer thuis. Mijn vriend zou alle spullen uitladen zodat ik meteen in mijn eigen auto kon stappen en naar het ziekenhuis kon vertrekken.
In de auto onderweg naar het ziekenhuis belde ik mijn beste vriendin op, omdat ik het even tegen iemand moest vertellen. Toen, eenmaal aangekomen in het ziekenhuis, snelwandelde ik naar de andere kant van het ziekenhuis, want de IC ligt bij de spoedpost, aan de andere kant van de hoofdingang. En toen ik die route af liep, kwam er een hoop terug. Want ik liep langs de deur die naar de recovery leidt en ik rook dezelfde geuren weer als bij Hailee.
Bij de ingang van de IC stond mijn vader me op te wachten en vertelde hij dat ze bij de huisarts direct is opgehaald met een ambulance, ze liep blauw aan, had overal rode plekken verspreid over haar lichaam door zuurstofgebrek en had een bloeddruk die bijna niet te meten was door de huisarts. Niet veel later liepen samen naar mijn moeder toe. Ik had nog geen idee wat ik kon verwachten. Mijn vader zei nog dat ik niet moest schrikken, net voordat we de kamer binnen liepen. Mijn moeder lag in bed, aangesloten op de Optiflow. Ze was enorm dun. Ze kleedde zich altijd wijd, om te maskeren dat ze weinig woog, maar nu zag je het. Er was weinig meer aan reserve over.
Door de herrie van de Optiflow heen, en het feit dat ze amper kon praten doordat ze weinig lucht kreeg, probeerde ik nog met haar te praten. Ik pakte haar hand vast, die klam aanvoelde. En zei dat we terug waren gekomen van vakantie, maar het wel leuk hadden gehad. Ze probeerde te praten en sommige woorden kon ik verstaan en ze probeerde wat op te schrijven, maar daar had ze de kracht niet meer voor.
Toen de verpleegkundige klaar was met het zorgen voor haar, wilde ik graag weten wat er allemaal aan de hand was. Hij liet ons een longfoto zien en maakte duidelijk dat ze een forse dubbele longontsteking had. Ze hadden een sneltest gedaan op pneumokokken die positief was, waardoor de longontsteking was ontstaan. Ze kreeg nu antibiotica via een infuus en extra zuurstof, met de hoop dat dit voldoende zou zijn om haar lichaam weer erboven op te helpen. Mijn vader en ik bleven nog een uur of twee bij haar, voordat we weer naar huis gingen.
Ik bracht mijn vader thuis, want de auto stond nog bij de huisarts. Deze haalde ik voor hem op, en ik ging ook weer naar huis. Mijn vader zou in de avond nog naar de IC bellen om te vragen hoe het ging, en morgen zouden we tijdens het bezoekuur weer bij haar langsgaan. Maar rond een uur of tien 's avonds werd hij gebeld en we moesten naar het ziekenhuis komen, want ze wilden haar in slaap brengen en aan de beademing leggen, omdat het koolzuur in het bloed aan het stijgen was.
Eenmaal daar aangekomen hebben we elkaar nog kort gesproken. 'Je gaat even slapen, en als je wat beter bent zie ik je weer. Luve jij mam,'. Dat was het laatste wat ik tegen haar heb gezegd. Toen mijn vader en ik de kamer uit liepen haalde ze het zuurstofmasker nog van haar gezicht en zei ze nog best luid 'Jassen'. We hadden onze jassen daar laten hangen, omdat we nog bij haar terug zouden komen. Dat was het laatste woord wat ze gezegd heeft tegen ons.
De dagen gingen voorbij. Ik ging elke middag tijdens het bezoekuur bij haar langs, mijn vader beide bezoekuren per dag. De situatie werd niet beter, en uiteindelijk kwam er een schimmelinfectie bij. Ook werd ze niet wakker, terwijl ze al van de sedatie af was. Haar nieren waren het langzaam aan het opgeven, en door het vele vocht vast houden leek ze niet meer op de mam die ik ken.
Maandagavond, net voor middernacht, werd ik gebeld door pap. We moesten naar het ziekenhuis komen, want het ging heel slecht. Als een gek ging ik naar het ziekenhuis, en ik rende de gang door toen ik er binnen stapte. Een verpleegkundige stond ons op te wachten bij de familiekamer van de IC, en niet veel later gingen we naar mam. Ze hadden een infuus aangebracht in haar oksel, en ze hadden de sedatie weer gestart om te voorkomen dat ze pijn had.
De dienstdoende internist kwam binnen en hij vroeg ons even mee te lopen naar de familiekamer. Eenmaal daarbinnen werd het al snel duidelijk; het was kritiek.
'Ze heeft ARDS en multi orgaan falen.'. Haar nieren waren gestopt, haar lever was het ook aan het opgeven en haar hart had de kracht niet meer om fatsoenlijk te pompen. Ondanks de bloeddrukmedicijnen was haar bloeddruk nog steeds te laag, en ophogen kon niet meer. Handelen doen ze in de nacht eigenlijk niet, tenzij het acuut is. Het was nu afwachten tot de ochtend en dan zouden we weer een gesprek hebben met de arts.
Die nacht heb ik veel bij mam gezeten. Mijn vader heeft nog wat geslapen, maar dat lukte me niet. Met een pasje kon ik de afdeling op wanneer ik wilde, dus ik zat dan ook voornamelijk aan haar bed die nacht. In de ochtend ben ik nog even naar huis gegaan om Eef naar de opvang te brengen en is mijn vriend met mij mee terug gegaan naar het ziekenhuis. Want ik wist al dat deze dag niet makkelijk zou gaan worden.
In het ziekenhuis aangekomen duurde het niet lang voordat de arts de kamer binnen kwam lopen. De verpleegkundige die er was toen mam opgenomen was, was elke dag optimistisch. Maar die ochtend straalde zijn gezicht dat niet uit.
'Haar lichaam is uitgeput en kans op herstel is heel erg klein.' Ik vroeg nog aan hem of er opties waren tot herstel, maar als ze hieruit wakker zou worden dan zou ze permanente verpleging of hulp nodig hebben en een revalidatieproces moeten doorstaan van maanden, met meerdere keren per week dialyse. En dat was een grote 'als'.
Mijn vader en ik hadden het er die nacht al over, wat we zouden moeten doen, als puntje bij paaltje kwam. Mam zou niet als hulpbehoevende door het leven willen gaan, dat zou ze verschrikkelijk vinden. De keuze was dan ook zwaar, maar voor haar het 'beste'. Zo zou ze rust krijgen. We besloten afscheid te nemen.
Een vriendin en mams zus kwamen terug naar het ziekenhuis, nadat ze net wat uurtjes thuis waren want ook zij waren naar het ziekenhuis gekomen die nacht.
We namen nog wat vingerafdrukken af, en besloten toen we er 'klaar' voor waren. We zetten een liedje aan waar mam veel naar luisterde de afgelopen weken, en de arts stopte de bloeddrukmedicijnen en de beademing werd stop gezet. Ze kreeg nog enkel sedatieve middelen, om er voor te zorgen dat ze niet zou lijden.
Mijn hand legde ik op haar, om te voelen of haar hart nog klopte. Ze snakte ook niet meer naar adem, en hoe zo'n proces soms nog uren kan duren, was zij na een minuut of zes al naar boven gerend. Zo zeg ik het maar, dat ze niet kon wachten om naar Hailee toe te gaan. Want op 26 november om 11:53u werden zij weer met elkaar herenigd.
Mijn wereld stond weer even stil. Even later ging ik een luchtje scheppen, en zodra je de buitenlucht in bent voelt het alsof je leeft met een satijnen gordijn voor je ogen. Het is allemaal een waas. Maar de wereld stopt niet. Hij draait door, al lijkt het nu alsof het allemaal stil staat.
De week erna heb ik samen met mijn vader de uitvaart geregeld. Ik heb mam nog verzorgd, tot haar nagellak aan toe. Tijdens de rouwbezoeken heeft Eef nog een knuffel naast mam neergelegd, en hebben we met familie de kist gemaakt tot een gedachte aan haar. Hij werd volgeschreven met gedachten en warme woorden.
Op 3 december hielden we haar uitvaart. We hadden dezelfde woordbegeleider als bij Hailee, zij was beschikbaar en dat voelde vertrouwd. Het was een prachtige dienst. Haar kist was omringd door typische 'mam-dingen'. Zoals de 62e uitvoering (naar haar leeftijd) van Jan, Jans en de Kinderen. Deze spaarde ze al sinds dat ze op Tienertour ging, maar ze las ze nooit. Tuurlijk lagen er wat haaknaalden en bolletjes garen, want die gekte heb ik aan haar te danken. Er lagen wat producten uit haar schoonheidssalon en er lag een prachtig en kleurrijk bloemenboeket op haar kist, want niks was bij haar zwart-wit.
En toen kwam de stilte weer. Het wennen aan geen appjes meer met 'luve jij', iets wat ze altijd tegen me zei. Geen vragen meer over hoe een bepaald ding werkt op internet, geen gescheld meer van haar als de naaimachine het niet doet. Alleen nog maar stilte, en het gekke idee dat ze er niet meer is.
Door al deze gebeurtenissen mis ik Hailee nog wat meer. Want er komt zo veel terug naar boven. Hoe ik het verlies van Hailee eindelijk een beetje een plekje had kunnen geven, is het nu weer alsof ik terug bij af ben.
Maar dat is oké. Rouw is rauw en het verdriet mag er zijn, net als het gemis. Ik praat mezelf maar wat moed toe met de gedachte dat ze daar nu boven een feestje aan het houden zijn, samen in de wolken.
Tranen vallen, zacht en stil,
maar jouw herinnering geeft wat ik wil;
kracht om verder te gaan, elke dag,
met jouw liefde die ik altijd dragen mag
Reactie plaatsen
Reacties
Heel mooi geschreven Suniva, recht uit het hart, een prachtig eerbetoon aan Gert. Het ontroert mij enorm. Hopelijk helpt het jou bij de verwerking van alles.